De kans van slagen van antidepressiva bij de behandeling van depressie kan enorm verbeteren dankzij de inzet van een kort hersenonderzoek (EEG) voorafgaand aan de behandeling. In een in Nederland uitgevoerd onderzoek werd, voor het eerst, de inzet van EEG als biomarker in de praktijk onderzocht.
Voorbij de ‘one-size-fits-all’ benadering
De keuze voor een specifiek antidepressivum werd tot nu toe vooral gemaakt op basis van ervaring en inschatting van de voorschrijvend arts. Hiervan is bekend dat de kans op een succesvolle behandeling 30-40% is, terwijl er toch tientallen verschillende antidepressieve behandelingen zijn met verschillende werkingsmechanismen. Hierdoor kan het vaak tot drie of vier verschillende behandelingen vergen voordat een patiënt adequaat reageert.
Effectiviteit van de behandeling
De inzet van biomarkers, en dus meetbare voorspelbaarheid, verhoogt de effectiviteit van de behandeling enorm, en kan ertoe leiden dat een patiënt sneller het voor hem of haar werkende antidepressivum krijgt in plaats van een ‘trial-and-error’ aanpak. Dit is een grote stap in de richting van op biomarker gebaseerde gestratificeerde psychiatrie.
Wetenschappelijke doorbraak
Onderzoekers van Synaeda Psycho Medisch Centrum en Onderzoeksinstituut Brainclinics hebben in samenwerking met het Amsterdam UMC, Twente University en Duke University (North Carolina, USA) een algoritme opgesteld waarmee de effectiviteit van de drie meest voorgeschreven antidepressiva nauwkeurig voorspeld kan worden per individu.
Door dit algoritme in de praktijk toe te passen zagen de onderzoekers dat de kans op volledig herstel (remissie) nagenoeg verdubbelde, ten opzichte van behandeling zoals voorgeschreven door de psychiater.
Het is wereldwijd het allereerste onderzoek dat laat zien dat hersenactiviteit een betere voorspeller is dan de diagnose ‘depressie’ op zich zoals toegepast in de praktijk.
Hoe onderzocht?
Bij 195 poliklinische patiënten met een ernstige depressieve stoornis werd 8 weken voorafgaand aan de behandeling met antidepressiva een kort hersenonderzoek, ofwel EEG afgenomen.
Deze groep werd in twee groepen gesplitst: 108 van hen kregen een behandeling op basis van de uitkomst van het EEG-onderzoek (dus met inzet van de gevonden biomarkers), en de overige 87 patiënten ontvingen de gebruikelijke behandeling (Treatment As Usual). Vervolgens werden de uitkomsten vergeleken.
Publicatie
De resultaten van het onderzoek worden gepubliceerd in het toonaangevende European Neuropsychopharmacology.